Index
albuminformatie
Auteursinformatie
Figureninformatie
interactief
Van de makers
 

Over Willy Linthout 

Willy Linthout werd geboren te Lokeren op 1 april 1953. Een ideale geboortedatum voor een tekenaar van humoristische strips, ware het niet dat zijn ouders hem op de Burgerlijke Stand op 31 maart al hadden opgegeven, met de bedoeling één maand extra kindergeld te kunnen ontvangen.

Al vlug bleek dat kleine Willy voor niet veel deugde: zijn studies om kosmonaut, operazanger of balletdanser te worden, liepen telkens op een mislukking uit. Alleen tekenen kon hij goed, en toen hij, als misdienaar te Lokeren, een zeldzame 15de-eeuwse miszaal vol 'mannekes' had getekend, was zijn lot bezegeld: hij werd twee weken opgesloten in het kolenkot, dat hij dan maar helemaal van muurbeschilderingen voorzag (thans de Koninklijke Linthoutmusea te Lokeren).

Toch werd hij niet meteen als striptekenaar ontdekt. Zijn eerste boekjes liet hij zelf drukken, met de winst van de Missie-wafelenverkoop. Pas toen hij, naar de grote Vlaamse stripvoorbeelden Sleen en Vandersteen, een nieuwe stripreeks wilde beginnen, met eigen personages en vervolgverhalen, werd het menens. Waarom een hoofdpersonage uitvinden, als er in Vlaanderen al een ideale stripfiguur in de persoon van Urbanus bestaat?  Urbanus werd voorzien van een korte, veel te brede broek, bottinen en bretellen en werd omringd door nieuwe, door Linthout verzonnen nevenfiguren: vader Ceasar, moeder Eufrazie, de tweedelige hond Nabuko en Donosor, de bromvlieg Amedee en de eeuwig zieltogende, schatrijke nonkel Fillemon. Daarmee was de familie Urbanus compleet.
Alleen de schurk ontbrak nog. Dat werd de immer goedgeluimde clochard-oplichter Jef Patat. Urbanus zelf begon al snel mee te schrijven aan de scenario's. Zo ontstond deel na deel in deze 'grote Vlaams familiesage'.

Willy Linthout heeft zijn handen meer dan vol met het tekenen van liefst zes nieuwe stripverhalen per jaar. Hij is getrouwd en vader van een zoon, Sam. 

         Linthout

 

Over Urbanus

Urbanus zette zijn eerste stappen op het podium in 1973 met zijn begeleidingsgroep Anus.
Met zijn live- en televisieoptredens veroverde Urbanus stormenderhand Vlaanderen en in 1975 waagde hij zijn kans in Nederland. Hij kende een enorm succes met zijn controversieel kerstlied Een bakske vol met stro. Er gingen meer dan 150.000 exemplaren van deze single over de toonbank.

In 1980 vroeg de BRT aan Urbanus om een reeks komische filmpjes te maken om na het televisiejournaal uit te zenden. Vlaanderen ging uit de bol. Op het Festival van Montreux kreeg één van deze filmpjes een eervolle vermelding.

In 1984 verschenen nieuwe mogelijkheden aan de horizon. Willy Linthout kwam op het idee om een komische strip te ontwerpen met Urbanus in de hoofdrol. Samen schreven ze de scenario's en Linthout nam het tekenwerk voor zijn rekening. Dit resulteerde in de productie van vier tot vijf albums per jaar bij de Antwerpse uitgeverij Loempia.

In 1987 stopte Urbanus met live-optredens en concentreerde hij zich op het schrijven van een scenario voor een langspeelfilm, samen met regisseur Stijn Coninx. Hun samenwerking resulteerde in de film Hector, dat toen het grootste kassucces uit de Belgische filmgeschiedenis werd. In maart 1988 werd Hector geselecteerd voor het Internationale Festival van de Komische Film in Chamrousse (Fr) en kaapte er de eerste prijs weg. Urbanus kreeg de prijs voor de beste acteur van Radio France en Dauphin1é Libéré.
Koko Flanel, de tweede film van het duo Urbanus-Stijn Coninx, kwam in 1990 in de zaal. Deze film oversteeg zelfs het succes van Hector.

Bij VTM scoorde hij heel hoog met het spelprogramma Wie ben ik? (1991), en een aantal jaar later met Genoeg Gelachen, Nu Humor, een 12-delige reeks, en RIR (1995).
Met het nummer Poesje Stoei had hij, na tien jaar geen plaat meer gemaakt te hebben, meteen weer een nummer 1-hit te pakken.

In 1996 verlaten Urbanus en Willy Linthout uitgeverij Loempia en de populaire Urbanus-strips maken hun blijde intrede bij Standaard Uitgeverij, met het verschijnen van het 59ste Urbanus-avontuur Het zwarte winkeltje. Van dit album verschenen er bovendien 500 luxe-exemplaren, waarbij de lezer gratis de eerste interpassieve cd-rom kreeg. In 1999 verschijnt het 75ste Urbanus-album en inmiddels wordt het 88e album al weer verwacht. 

      Urbanus

 

Met dank aan de sites van de zilveren Dolfijn en Standaard voor de achtergrondinformatie.